Halfsteens
Bij het halfsteensverband verspringen de verticale voegen telkens met een halve steen ten opzichte van de vorige laag. Het is een rationele keuze, met weinig materiaalverlies en een rustig patroon. Een halfsteensverband is aan te raden als de gevel niet te veel mag afleiden. Bijvoorbeeld als je liever de aandacht vestigt op andere materialen in de gevel of op een grote raampartij.
Stapelverband
Het tegel- of stapelverband accentueert de verticale lijnen van het metselwerk. Alle stenen staan recht boven elkaar, waardoor de verticale stootvoegen een lange lijn vormen. Het stapelverband is een niet-dragend verband. Gezien de geringe sterkte moet er in de lintvoegen altijd een wapening aangebracht worden.
Blokverband
Combineer het halfsteens- en het stapelverband en je krijgt het blokverband. Twee of drie lagen stenen staan recht boven elkaar. De volgende twee of drie lagen verspringen met een halve steen. Een deel van de stenen wordt soms ook rechtopstaand gemetseld. Het gaat hier eveneens om een niet-dragend verband.
Wildverband
In het wildverband zie je geen vaste patronen maar gebruik je stenen van verschillende lengtes. Er zijn twee regels. De verticale stootvoegen mogen niet doorlopen in de volgende laag, opdat er geen trapvorm ontstaat. En de stenen mogen niet kleiner zijn dan een vierde steenlengte. Het wildverband is handig om stenen te verwerken met een afwijkende lengte-breedte verhouding.
Koppenverband
Het koppenverband is een variant op het halfsteensverband. Met dat verschil dat niet de strek zichtbaar is – de lange kant van de steen – maar de smallere kopse kant. Het koppenverband is heel geschikt voor zwaar belast metselwerk en om gebogen muren te maken.
Claustra-verband
Bij het Claustra-verband of Braziliaans verband zitten lege ruimtes tussen de stenen. Ideaal om te ventileren, of om licht en zicht te krijgen doorheen de gevel, zonder in te boeten aan privacy. Het Claustra-verband is een sierverband en heeft een louter decoratieve functie.
Romeins verband
In niet-dragend metselwerk kan je gerust verschillende formaten van een bepaald type steen door elkaar gebruiken. Bijvoorbeeld in een Romeins verband, dat een polymetrisch of veelvormig gevelbeeld oplevert.
Stootvoegloos
Bij stootvoegloos metselen staan de stenen bijna tegen elkaar. Aangezien de stootvoegen wegvallen, blijven alleen de horizontale lintvoegen over. Stootvoegloos metselen is een elegante manier om horizontale lijnen te benadrukken en het huis visueel te verlengen.
Reliëf
Door sommige stenen iets verder uit de muur te plaatsen, krijgt de gevel een interessant reliëf. Ook hoeven niet alle stenen parallel te staan met de gevel. Je kan ze bijvoorbeeld onder een hoek metselen om opvallende patronen te maken of golfbewegingen.
Tekst Wim Deloof
Beeld Bram Tack / Arch. Petra Jacquet
The post Bakstenen muren: de verschillende metselverbanden appeared first on Ik ga bouwen.